Kattenziektes en -aandoeningen: de meest voorkomende, hoe je ze herkent & besmettelijkheid voor mensen en andere dieren
Als kattenbaasje vind je niets zo belangrijk als de gezondheid van je geliefde huisvriendje. Het is dan ook goed dat je kattenziektes en -aandoeningen meteen herkent zodat jullie op tijd naar de dierenarts kunnen gaan. Lees meer over verschillende kattenziektes en ontdek hoe je ze herkent.
Een perfect huisje voor je katten? Dat maak je met de juiste producten!
Klik door naar volgend onderdeel van dit artikel:
Welke symptomen vertoont een zieke kat?
Als je kat zich niet helemaal lekker voelt, merk je dat meteen aan het gedrag van je lieveling. In sommige gevallen verandert ook het uiterlijk van je huisdiertje. Er zijn verschillende redenen voor vreemd gedrag bij katten. Ga altijd naar de dierenarts als je het vreemde gedrag of de veranderingen van het uiterlijk niet meteen verklaart.
Het is belangrijk om eenzieke kat meteen te herkennenzodat je je huisdier op tijd meeneemt naar de dierenarts. Een zieke kat vertoont enkele opmerkelijke veranderingen. Zo zie je bijvoorbeeld afwijkingen in...
- het eet- en drinkpatroon
- het activiteitsniveau
- het slaappatroon
- het gedrag op de kattenbak
- het gewicht
- de verzorging
- de gezondheid van het gebit
Welke symptomen gaan vaak gepaard met de verschillende veranderingen?
- Je kat trekt zich vaker terug of vraagt juist om meer aandacht.
- Je kat zoekt vaker ruzie met andere huisdieren.
- Je kat naamt een gespannen lichaamshouding aan met zwiepende staart, platte oren, grote ogen en een ineengedoken lichaamshouding.
- Je kat miauwt vaker dan anders of de toonhoogte en het volume zijn veranderd.
- Je kat eet en drinkt minder of meer dan gewoonlijk.
- Je kat braakt, heeft diarree of heeft vaker last van haarballen.
- Je kat heeft last van traanogen, moet niezen of hoesten en er komt snot uit het neusje.
- Je kat slaapt meer dan gewoonlijk of lijkt juist onrustiger te zijn dan vroeger.
- Je vindt ongelukjes terug naast de kattenbak of je kat sproeit plots in huis.
- Je kat valt af of komt op korte tijd veel bij.
- De vacht wordt dof en plukkerig met eventueel kale plekken, huidschilfers en roodheden.
- Je kat heeft last van een slechte adem met ontstekingen in de bek.
- Je kat gedraagt zich lusteloos, wil niet meer spelen en bewegen of heeft zichtbaar moeite met bepaalde activiteiten.
Zwangere katten krijgen soms ook te maken met enkele symptomen die in sommige gevallen wijzen op een ziekte of aandoeningen. Je leest er alles over in de handige gids over zwangerschappen bij de kat.
Wat zijn veelvoorkomende kattenziektes?
Sommige ziektes en aandoeningen worden veroorzaakt door virussen, bacteriën en schimmels. Ook parasieten zijn vaak de hoofdverantwoordelijke van ongemak. Andere kattenziektes zijn dan weer erfelijk of ontstaan door een ongezonde levensstijl. Welke ziektes en aandoeningen zien dierenartsen het vaakst terug in hun praktijk?
- Niesziekte
- Kattenziekte
- Epilepsie
- Kattenleukemie (FeLV)
- Kattenaids (FIV)
- Suikerziekte of diabetes
- Aandoeningen van de organen
Een goed vaccinatieschema beschermt je kat het best tegen schadelijk ziektes. Kittens krijgen een basisvaccinatie tegen niesziekte en kattenziekte als ze ongeveer 9 weken oud zijn en boosters op 12 weken leeftijd. Daarna is het belangrijk om je kat jaarlijks of driejaarlijks opnieuw te laten vaccineren voor een optimale bescherming. Je kijkt het gemakkelijk na in het handige schema.
Niesziekte bij de kat
Niesziekte bij de kat is een parapluterm voor kattenziektes die ongeveer dezelfde symptomen geven. De belangrijkste ziekteverwekkers zijn het feliene herpesvirus (FHV of rhinotracheïtisvirus), calicivirus (FCV) en de bacteriën Bordetella bronchiseptica en Chlamydophila felis.
Je kat kan altijd besmet raken, maar dierenartsen zien de hevige ziekteverschijnselen vooral terug bij jonge katten, dieren met een verminderde weerstand, niet-gevaccineerde katten en seniors. Ziektekiemen worden overgedraven via direct of indirect contact met slijmvliezen, speeksel, oogvocht en zelfs via de lucht. Virusdeeltjes overleven een week op oppervlaktes, zoals eet- en drinkbakjes.
Het feliene herpesvirus, calicivirus en de Chlamydophila-bacterie zijn niet besmettelijk voor mensen of andere huisdieren. De Bordetella-bacterie is wel erg besmettelijk voor andere dieren, zoals de hond, cavia, het varken en voor konijnen.
Enkele typische symptomen van de niesziekte bij katten zijn...
- niezen
- hoesten
- tranende ogen
- opgezwollen ogen
- gebrek aan eetlust
- koorts
- zweertjes in de bek
- neusuitvloeiing
Er is geen medicijn beschikbaar voor niesziekte bij de kat. Je dierenarts geeft je kat een behandeling die ondersteunend werkt en secundaire infecties of ontstekingen bestrijdt. Het is belangrijk om de zieke kat een tijdje in quarantaine te houden en de omgeving goed te ontsmetten. Hou ook andere huisdieren apart zodat de ziekte hen niet treft.
Laat je kat vaccineren zodat je huisdiertje niet te ziek wordt. Katten worden in België en in Nederland standaard gevaccineerd tegen bepaalde ziektekiemen die de niesziekte veroorzaken. Je huisdier kan alsnog ziek worden, maar het imuunsysteem krijgt een boost die ervoor zorgt dat de symptomen milder verlopen en de kans op sterfte significant kleiner wordt.
Kattenziekte of feliene panleukopenie
Kattenziekte wordt ook weleens feliene panleukopenie genoemd. Het is besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door het feliene panleukopenievirus of het feliene parvovirus (FPV). Je kat krijgt last van maagproblemen en verspreidt de ziektekiemen via de ontlasting. Sommige katten vertonen slechts milde symptomen, maar andere katten worden er flink ziek door en kunnen eraan bezwijken.
De ziekte is zeer besmettelijk. De ziektekiemen verspreiden zich via de ontlasting, maar ook via de handen of kledij van verzorgers. Ook andere huisdieren kunnen besmet raken.
Wat zijn de symptomen van de kattenziekte?
- braken
- diarree
- dehydratatie
Er bestaat geen medicijn tegen kattenziekte. De dierenarts behandelt je kat bij een besmetting voor secundaire infecties en ontstekingen. In België en in Nederland krijgt je kat standaard een vaccinatie tegen kattenziekte waardoor het relatief weinig voorkomt. Desalniettemin is het belangrijk om als kattenbaasje op de hoogte zijn van het bestaan en de gevolgen van de ziekte.
Epilepsie bij katten
Dierenartsen zien vaak katten met epilepsie in de praktijk. Als een kat epilepsie heeft, betekent het dat de hersenfunctie verstoord is. Je huisdier heeft last van ‘aanvallen’ die nu en dan plaatsvinden. De hersenen krijgen te veel zenuwprikkels binnen waardoor er een soort kortsluiting ontstaat die zo’n epileptiforme aanval in de hand werkt.
Epilepsie bij katten is vaak genetisch bepaald. Je spreekt dan in de meeste gevallen van primaire epilepsie. Dierenartsen zien primaire epilepsie het vaakst terug tussen de 6 maanden en 5 jaar. Secundaire epilepsie komt ook voor. Hersenaandoeningen, tumoren, een vergiftiging of een tekort aan bepaalde stoffen in het lichaam werken secundaire epilepsie soms in de hand.
Primaire epilepsie is niet te genezen, secundaire epilepsie in sommige gevallen wel. Hoewel het een ingrijpende aandoening is, leiden katten met epilepsie ook een gelukkig leven met de juiste medicijnen.
Kattenleukemie of FeLV
Kattenleukemie of FeLV (Feline Leukemievirus) is een ernstige ziekte die wordt veroorzaakt door een virus. Net zoals bij kattenaids of FIV spreken onderzoekers over een retrovirus dat kopieën van zichzelf maakt om de lichaamscellen aan te vallen. Zo tast het virus het imuunsysteem aan en wordt je kat vatbaar voor allerlei secundaire ziektes en infecties.
Het virus verspreidt zich via lichaamsvloeistoffen, zoals speeksel, bloed en urine. Katten die vaak buiten vertoeven en vechten, lopen het grootste risico op een besmetting met FeLV. De ziekte verspreidt zich ook door ander lichamelijk contact, zoals de verzorging van elkaar. Een zwangere kat kan het virus overdragen op haar ongeboren kittens.
Sommige katten worden niet ziek door het virus. Jonge katten vertonen het vaakst de meeste en de heftigste symptomen, maar het is mogelijk dat ze de eerste weken in het vroegste stadium nog uitblijven. Als je kat vaak ziek is en opnieuw geneest, test je dierenarts op FeLV of FIV.
Welke symptomen krijgen katten met FeLV?
- gewichtsverlies
- verminderde eetlust
- ontstekingen in het lichaam
- infecties
- diarree
- braken
- slechte vacht
- koorts
- bleke slijmvliezen
- vergrote lymfeklieren
- gedragsveranderingen
- oogafwijkingen
Kattenleukemie of FeLV is helaas niet te genezen met medicijnen. Een kat die drager is van het virus moet tijdens z’n leven in behandeling bij de dierenarts. De dierenarts zorgt ervoor dat je huisdier de ziekte niet meer kan verspreiden, voorkomt dat secundaire infecties de kop opsteken en behandelt eventueel ziektes en aandoeningen die vrij spel krijgen door het virus.
Hoewel er een vaccin voor FeLV op de markt is, dienen dierenartsen niet standaard een inenting toe. Wil je er toch meer over weten en vraag je je af of je kat in aanmerking komt? Aarzel dan niet om contact op te nemen met de dierenarts om samen je persoonlijke situatie te bekijken en te bespreken.
Kattenaids of FIV
Het kattenaidsvirus (feliene immunodeficiëntevirus of FIV) treft wereldwijd vele katten. De ziekte verzwakt, net zoals FeLV, het imuunsysteem en geeft andere ziekteverwekkers vrij spel. Kattenaids lijkt op een HIV-besmetting bij mensen, maar beide virussen zijn soortspecifiek. FIV is nog niet te genezen waardoor een kat z’n hele leven drager blijft van het virus.
Het virus wordt overdragen via lichaamsvloeistoffen, zoals bloed en speeksel. De meeste katten raken besmet door een beet van een soortgenoot, omdat speeksel een grote hoeveelheid ziektekiemen bevat. Slechts 1 beet kan al voldoende zijn voor je kat om de ziekte te krijgen. De meeste besmettingen zien onderzoekers terug bij buitenkatten en zwerfdieren.
De symptomen van FIV zijn vaak heel algemeen en eigen aan andere ziektes of aandoeningen. Een kat met FIV is gevoeliger voor allerlei andere infecties, zoals bijvoorbeeld toxoplasmose. Ga onmiddellijk naar de dierenarts als je kat vaak ziek is en de symptomen geregeld anders zijn.
Suikerziekte of diabetes bij de kat
Een van de meest voorkomende kattenziektes is suikerziekte of diabetes mellitus bij de kat. Als je kat de aandoening heeft, betekent het dat het lichaam moeite heeft om glucose (suiker) te gebruiken als vitale energiebron. Het glucosegehalte in het bloed neemt toe als gevolg van een absoluut of relatief tekort aan insuline in het lichaam – een hormoon dat wordt afgegeven door de pancreas.
Het is niet helemaal duidelijk waarom sommige dieren te maken krijgen met diabetes. Onderzoekers tekenen wel enkele algemene tendenzen op over de aandoening. Zo zijn sommige katrassen wat vatbaarder en ook de leeftijd, het geslacht, lichaamsgewicht, geneesmiddelengebruik en andere ziekten spelen een belangrijke rol.
De belangrijkste symptomen van een kat met suikerziekte zijn...
- veel drinken
- veel plassen
- gewichtsverlies
- veel eten
- braken
- lusteloosheid
- oogproblemen
De dierenarts onderzoekt je kat en test of je huisdiertje kampt met diabetes. Als het testresultaat positief is, heeft je kat nood aan gerichte behandeling. Je dient als baasje elke dag een injectie toe met insuline voor een normale werking van de lichaamscellen. De dierenarts geeft je het juiste advies en vertelt je wat de juiste dosering is.
Aandoeningen van de organen
Dierenartsen zien ook vaak katten over de vloer komen met bepaalde aandoeningen van de organen. Veelvorkomende aandoeningen bij katten zijn...
- Hartproblemen bij de kat die op latere leeftijd ontstaan of al bij de geboorte aanwezig zijn. De meest voorkomende hartproblemen situeren zich bij en rond de hartspier, maar katten krijgen soms ook last van hun hartkleppen of hartslagaders.
- Schildklierproblemen bij de kat, zoals hyperthyreoïdie. Hyperthyreoïdie is een veelvorkomende hormonale afwijking die men het vaakst terugziet bij oudere katten boven de 10 jaar. De schildklier werkt te hard waardoor je kat last krijgt van allerlei kwaaltjes, zoals gewichtsverlies en gedragsveranderingen.
- Nierfalen bij de kat en andere problemen met de blaas en nieren. Plasproblemen wijzen op een verstoorde werking van de organen die instaan voor de filtratie van afvalstoffen in het lichaam. Je kat heeft bijvoorbeeld vaak last van urinewegonstekingen.
