De merel in mijn tuin een handje helpen
De merel is één van onze meest voorkomende vogels. De meeste mensen herkennen hem probleemloos met zijn gitzwarte verenkleed en oranjegele snavel. Maar wat kan jij doen voor de merel in jouw tuin?
De merel herkennen
De merel is een broedvogel die je bijna overal aantreft: in bebost terrein, stadsparken en tuinen. Hij bezoekt je tuin het hele jaar door. In de winter pikt hij graag wat fruit mee van de voedertafel. Vanaf het vroege voorjaar zoekt hij een opvallende zangpost op om van zich te laten horen. Het mannetje herken je aan zijn gitzwart verenkleed, felgele snavel en smalle, gele oogrand. Het vrouwtje is donkerbruin met iets lichtere, bruinwitte keel en bruingestreepte borst. De merel hupt met beide poten tegelijk of neemt enkele stappen om dan doodstil te blijven staan.
Wat eet de merel?
Op het menu van de merel staan vooral regenwormen en slakken. Die laatste steelt hij van de zanglijster omdat hij er zelf niet in slaagt het slakkenhuis open te breken. Merels zijn dol op fruit. Vooral in het najaar en de winter gaan ze op zoek naar bessen en (afgevallen) fruit. Merels zoeken hun voedsel vaak op de grond, op een kort gemaaid gazon of tussen afgevallen bladeren. Gooi wat gedeukte appels of peren op een open plek in je tuin, in de buurt van struiken of een haag. De kans is groot dat er snel eentje zal opduiken. Daarnaast kun je hem ook bekoren met brood, gewelde krenten en rozijnen, kaasresten en gekookte aardappelen.
Wanneer zit de merel in mijn tuin?
De merel is een echte zangvogel. ’s Ochtends begint hij als een van de eerste vogels, ruim voor zonsopgang, aan zijn zangstonde. Hij kiest daarvoor een opvallende zangpost uit: een schouw, dak of boomtop. In het vroege voorjaar zingen merels ook vaak ’s avonds. In de winter bezoekt hij regelmatig je voedertafel. Vaak houdt hij ook de wacht bij een molshoop. Zo hoopt hij regenwormen, op de vlucht voor een wroetende mol, uit de grond te kunnen trekken.
Wat kan ik doen voor de merel?
Er zijn heel wat manieren om het leven gemakkelijker te maken voor de merels in je tuin.
- Wanneer het kouder wordt, kun je de vogels in je tuin bijvoederen, ook de merel.
- Proper water om van te drinken en in te baden is heel belangrijk. Zet een ondiepe schaal op een open plek in de tuin. Ververs het water regelmatig en houd de schaal proper met heet water en een borstel. Gebruik nooit chemische producten. Doe in de winter een beetje suiker bij het water. Zo voorkom je dat het bevriest.
- Hang een nestkastje waarin de merel zich kan voortplanten. Je kunt dat zelf maken of je koopt het kant-en-klaar in de winkel. Hang het op een open plaats en richt de invliegopening weg van het zuidwesten (de heersende windrichting). Zorg dat er geen takken of bladeren in de weg zitten om in en uit te vliegen. Na de winter haal je oud nestmateriaal weg en maak je het nestkastje proper met warm water.
- Laat wat dood hout en bladeren liggen in je tuin. Vogels maken daarvan gebruik om een nest te bouwen.
