De kip en het ei
Kippen en eieren horen bij elkaar. Je eet de eieren op of je laat ze uitbroeden. Hoe gaat dat in zijn werk?
Eieren leggen en bevruchting
Een haan bevrucht een dooier door te paren met een hen. Daarna vormt de hen het eiwit en de schaalvliezen. In totaal doet ze er ongeveer 25 uur over om een ei te maken. Doordat het sperma van de haan meerdere dagen intact blijft, leggen kippen soms tot tien dagen na de paring nog bevruchte eieren. Een kip legt ook eieren als er geen haan in de buurt is of als een dooier onbevrucht is. Daar komen dus geen kuikens uit.
Hoe weet ik of een ei bevrucht is?
Een bevrucht ei herkennen vraagt wat oog voor detail. Zorg voor een felle lamp en houd het ei ervoor. Je kijkt dan door de eischaal heen.
- Onbevrucht: je ziet niets.
- Bevrucht: je ziet een zwart vlekje in het midden van het ei.
Het zwarte vlekje dat je ziet zijn de eerste bloedvaten waaruit het kuikentje groeit.
De broedende kip
Een broedse kip sluit zich af van haar omgeving. Het enige waar ze mee bezig is, is het uitbroeden van haar eieren. Dit duurt gemiddeld drie weken. Een hen maakt een nestje van hooi en stro en legt daar haar eieren in. Vervolgens is ze er moeilijk weer vanaf te krijgen. Haal de eieren zo snel mogelijk weg als je niet wilt dat ze uitgebroed worden. Doe je dit op een later moment, dan blijft de hen langer broeds en wordt het eieren rapen lastig.
Je herkent een broedse hen aan haar minder sociale gedrag naar soortgenoten toe. Er zijn ook uiterlijke veranderingen:
- ze krijgt een kale plek op de borst
- haar kam en lel zijn minder fel van kleur
De kale plek op haar borst zorgt dat de hen zoveel mogelijk lichaamswarmte afgeeft aan de eieren. Omdat haar kam minder opvalt, wordt je kip tijdens het broeden minder snel opgemerkt.
Een legkast in het kippenhok
Wil je kuikens, zorg dan voor een nestkast in het kippenhok. De kast biedt voor moeder en kuikens een veilige plek. Hij beschermt beter tegen tocht, biedt rust en het is een droge, donkere plek die je kip op prijs stelt.
Een nestkast moet voldoen aan een paar zaken:
- maximaal voor 2 tot 4 kippen
- je kip moet er in kunnen staan. Minstens 30 bij 30 cm, maar groter is altijd beter
- een schuin dakje om te voorkomen dat kippen op de rand gaan slapen
- goed bereikbaar
- een klein opstapje is een aanrader
De gezondheid van de kuikens
Kuikens die net uit het ei kruipen hebben veel zorg en aandacht nodig. Ze zijn vatbaarder voor ziektes en hebben hun lichaamstemperatuur minder goed onder controle dan volwassen kippen. Daarom is het heel belangrijk dat de moeder en haar kuikens in een ruimte zitten waar ze niet uit klimmen. Als een kuiken niet meer bij de moederkip is, kan het diertje sterven aan onderkoeling. Pas vanaf een leeftijd van twee weken mogen de kuikentjes even buiten lopen. En liefst pas als het warmer is dan 20 °C.
In principe zorgt een moederkloek zelf heel goed voor haar jongen en hoef je niet in te grijpen. Maar soms worden haar kuikens toch ziek. Wanneer je merkt dat één van hen wegkruipt, lusteloos is of achterblijft in de groei, schakel dan altijd de veearts in.
Zorg voor een schoon en tochtvrij hok met genoeg vers drinkwater en kwalitatieve voeding. Laat de rest gerust over aan de moederkip.
Wat moet ik doen als de moederkloek sterft?
Je hoopt natuurlijk dat het niet gebeurt, maar soms sterft een moederkloek. Ga in zo’n geval eerst op zoek naar een pleegmoeder, het best bij je eigen kippen. Vind je die niet, dan kun je je kuikens ook met de hand grootbrengen.
Regel een warm opfokhok voor de pasgeboren kuikens, bijvoorbeeld van glas:
- Ideale afmetingen: 120 x 60 x 40 cm.
- Plaats daar een afneembaar deksel op met gaten erin voor de frisse lucht.
- Hang één of twee warmtelampen boven het kastje.
Hoeveel warmte hebben kuikens nodig?
Zorg dat pas uitgekomen kuikens goed opgedroogd zijn voordat je ze in het opfokhok plaatst. Na gemiddeld 24 uur zijn ze droog. Ondertussen zorg je met warmtelampen alvast voor de juiste temperatuur. Hoe ouder de kuikens worden, hoe minder warmte ze nodig hebben:
- 1e week: 30-35 °C
- 2e week: 25-30 °C
- 3e week: 20-25 °C
- vanaf de 4e week: 18 °C
Welke ondergrond hebben mijn kuikens nodig?
Houtkrullen zijn de meest geschikte ondergrond voor kuikens. Gebruik geen krantenpapier voor jonge kuikentjes. Dat is te glad, waardoor ze wegschuiven en V-potenkrijgen. Let ook op met zand. Dat geleidt de warmte van de warmtelampen zo sterk dat de poten van de kuikens kunnen verbranden.
Kuikens leren drinken
Geef de kuikens een bakje met vers water en leer ze eruit te drinken door ze voorzichtig met hun snaveltje in het drinkwater te dopen. Zet het drinkbakje altijd op een klein verhoogje. Zo kunnen ze er niet in lopen en het water vuil maken. Als de kuikens uit het ei komen, eten ze eerst de eidooierresten op. Ze hebben dan nood aan water. Begin met voeren vanaf dag twee.
Tip: voer je kuikentjes opfokvoeding en volg de instructies op de verpakking. Mest het hok regelmatig uit om het hygiënisch te houden.